Een nieuwe manier van wandelen met je hond

Het wandelen met een reactieve hond kan heel stressvol zijn. Als je hond telkens uit zijn dak gaat als hij een fietser, hond, jogger, kat of iets anders dat snel beweegt ziet, dan ga je niet meer met een fijn gevoel wandelen. Het kan zelfs zijn dat je minder gaat wandelen en zo in een negatieve spiraal terecht komt.

Er zijn een aantal dingen die je kunt doen om het reactieve gedrag van je hond aan te pakken. Het volgen van een gerichte training is er een van.

In dit artikel zal ik uitleggen hoe je gebruik kunt maken van de omgeving. Je kunt vrij eenvoudig door op een andere manier te gaan wandelen, de stress bij de hond en bij jezelf gaan verminderen. Daar kun je direct mee starten. Daarnaast is het noodzakelijk dat je leert hoe je de lichaamstaal van je hond kunt interpreteren, hoe je beste de lijn gebruikt, hoe je je eigen lichaamstaal bewust kunt inzetten en hoe je leiding kunt geven aan je hond in situaties dat hij het niet zelf kan oplossen. Hier voor kun je o.a. terecht bij de Sociale Wandelingen.

Autonoom wezen

Mijn uitgangspunt is dat een hond een autonoom wezen is, die baat heeft bij het maken van zijn eigen keuzes in zaken die van belang zijn voor hem. Echter, als je hond reactief is, dan is hij nog niet in staat om altijd verstandige keuzes te maken. Daar moet jij hem bij helpen.

Wandelen 2.0

Een ander belangrijk uitgangspunt is dat de hond tijdens de wandeling niet constant naast je of achter je hoeft te lopen. Dat betekent overigens niet dat hij maar alles mag. Je gebruikt de lijn om hem te begrenzen op een rustige manier en je staat niet toe dat hij je overal naar toe trekt. Je geeft op een rustige manier de kaders aan waarbinnen hij zich vrij mag bewegen. Je gebruikt hierbij geen voer om hem bij je houden, maar ook geen lijncorrecties. Dit kan onwennig voelen in het begin, want zo wel rukken aan de lijn als het geven van voerbeloningen kan een hardnekkige gewoonte zijn.

Bij het wandelen gaat het er om dat je samen geniet van de wandeling. Wij mensen doen dat door om ons heen te kijken, honden doen dat door te snuffelen. Een lange(re) lijn maakt het mogelijk dat beiden aan hun trekken komen. De enige voorwaarde is dat de hond niet mag trekken aan de lijn. Je staat niet toe dat de hond je ergens naar toe trekt, simpelweg omdat niet prettig is. En niet, zo als je vaak hoort, omdat hij dan “de baas is” of “dominant”.
Op de momenten dat de hond ergens graag naar toe wil, maar jij wilt dat niet, dan begrens je hem rustig. Dat wil zeggen dat je hem tegenhoud door stil te gaan staan en de lijn strak te houden. Wacht geduldig tot hij zelf de lijn weer slap maakt en loop weer door. Blijft hij echter hardnekkig in de lijn hangen, kun je zelf de lijn weer slap maken. Ontspan hiervoor heel rustig de riem en breng je hond in balans. Vervolgens kun je doorlopen of de hond mee roepen een andere kant op. Beloon checklooks (naar je opkijken) met aandacht (prijzen).  Overigens is het niet nodig om elke keer als je hond trekt aan de lijn stil te gaan staan! Dat is het recept voor frustratie! Als je hond zachtjes trekt, bijvoorbeeld omdat hij net iets sneller loopt, dan kun je hem ook even herinneren om wat zachter te lopen door hem zachtjes te begrenzen met wat druk op de lijn. Je hoeft hierbij niet stil te gaan staan. Pas als hij na een paar keer vragen toch volhardt in het trekken, dan sta je stil.

Deze nieuwe manier van wandelen vergt veel oefening. Vooral het lijngebruik moet je, letterlijk, in de vingers krijgen. Om hier in vaardiger te worden kun je workshops volgen en tijdens de Sociale Wandelingen en gedragsbegeleiding besteden we hier ook aandacht aan.

Bezint er ge begint…

Vermijd plotseling confrontaties door bij een hoek over te steken

Vermijd plotseling confrontaties door bij een hoek over te steken

Bij het begeleiden van een reactieve hond op wandelingen is een goede voorbereiding essentieel. Hoe meer jij weet wat je te wachten staat, daar in de “boze buitenwereld”, hoe beter jij je hond kunt begeleiden. Dit houd in dat je de wandelroute(s) eerst zonder hond verkent, gekeken vanuit het perspectief van de hond. Is jouw hond een teckel, dan betekent dat bijvoorbeeld dat je af en toe eens op je knieën zult moeten…

Bepaal op welke tijden het rustig is, en je dus de minste kans hebt op onverwachte confrontaties. Bekijk waar er onoverzichtelijke plekken zijn of dode hoeken. Dode hoeken in je looproute vermijd je in het begin zo veel mogelijk. Je kunt tenslotte niet zien of er plotseling een “eng” persoon opduikt of een hond, waardoor jouw hond toch weer gestrest raakt, wil vluchten of uitvallen. Pas je looproute aan zodat je beter overzicht hebt, bijvoorbeeld door de weg over te steken.

Voor honden die erg gestrest zijn, kan het dus betekenen dat je, voor een periode, niet in je eigen wijk kunt wandelen, simpelweg omdat dit nog te veel prikkels geeft. Als de hond minder beweging krijgt, doordat je wellicht niet 3 maal per dag naar een rustige plek kan rijden, dan compenseer je dat door bijvoorbeeld meer hersenwerk aan te bieden.

Door de ogen van je hond

De meeste honden geven er de voorkeur aan om bij open vlaktes, bijvoorbeeld een kruispunt van paden of een open plek in het bos, zich langs de kanten te bewegen. Dekking aan één kant geeft namelijk een gevoel van veiligheid. Hierin kun je dus je hond ondersteunen. Faciliteer heDode hoek2m daarin door met hem mee te bewegen, als hij dat aangeeft. Of, als hij zelf nog geen verstandige keuzes kan maken omdat hij te gespannen is, nodig hem uit om langs de kanten te lopen door met jouw lichaamstaal aan te geven dat jij die kant op wil.

Honden kunnen de neiging hebben om op paden te gaan versnellen en trekken dan aan de lijn. Het telkens gaan stilstaan bij trekken kan, zoals gezegd, er toe leiden dat je hond nog meer zich gaat verzetten tegen de druk en dus blijft trekken. Gebruik een lange(re) lijn, dat geeft de hond al wat meer vrijheid. En daarbij kan je je hond uitnodigen of faciliteren om meer langs de kant van de weg of het pad te lopen, waar meer lekkere geurtjes zijn, waardoor hij gaat snuffelen en dus het tempo omlaag gaat.

Houvast

Geef je hond gelegenheid om op de route gebruik te maken van de zogenaamde referentiepunten. Dit zijn objecten op de route die de hond houvast bieden. Je kunt bijvoorbeeld denken aan polletje gras op een kaal stuk grond, een boom op de hoek van een pad, een grote tak midden op een grasveld. Alles wat opvalt, trekt de aandacht van de hond. Dat gaat verder dan alleen maar “ik wil naar die boom om er tegen aan te piesen.” Beweeg met je hond mee, geef hem ruimte in de (lange) lijn. Beter nog, je kunt, als je door de ogen van de hond de omgeving bekijkt, voorspellen waar hij naar toe zal willen, faciliteer dat dan tijdig. Want hoe minder je hem telkens hindert door de riem strak te trekken, hoe minder frustratie bij de hond en hoe prettiger de wandeling verloopt.

De eerste stap is een daalder waard

Een wandeling begint al bij het naar buiten stappen, uit huis of uit de auto. Vooral het uit de auto springen in een vreemde omgeving vraagt extra ondersteuning van jou als geleider. Voorkom dat je de hond aan zijn lot overlaat terwijl jij nog iets uit de auto wil pakken, je jas wilt aandoen en de auto afsluit. Je hond heeft je nodig in deze onbekende omgeving: Blijf met je aandacht bij hem als hij uit de auto komt. Laat hem de directe omgeving van de auto verkennen, begeleid hem desnoods naar een referencepoint. Pas als de hond op zijn gemak is, sluit je de auto af.

Deze manier van je hond steunen houd niet op bij het vertrek vanuit huis of de auto. Gedurende de hele wandeling blijft je volledig aanwezig bij je hond (telefoon uit!). Het vraagt namelijk je onverdeelde aandacht om je hond goed te kunnen begeleiden en om op tijd te kunnen inspelen van de veranderende omstandigheden om je heen. Om het vertrouwen van je hond te winnen dat jij hem steunt in moeilijke situaties, is het van belang dat je dat prille vertrouwen niet schaadt. Je bent dus proactief bezig, in plaats van reactief.

Vermijden, Managen, Onderwijzen

Om het voor je zelf en voor je hond behapbaar te maken, kies je in het begin voor eenvoudige wandelingen, op rustige plekken, op tijdstippen dat het rustig is. Je past dus eerst “vermijding” toe.

Als je je de lijntechnieken hebt eigen gemaakt, dan kun je rustig aan wat meer prikkels gaan opzoeken. Maar, in deze fase ben je nog wel druk met het managen van de hond en de omgeving; van de route afwijken als er een moeilijke prikkel je tegemoet komt, subtiel de lijn wat inkorten als de situatie daarom vraagt, op tijd naar huis gaan als je merkt dat de hond overprikkeld begint te raken. Dit zijn slechts enkele voorbeelden van “management”, er zijn er nog veel meer. Je hond leert er weliswaar niet zo veel van, maar je voorkomt hiermee wel dat hij gaat uitvallen en daarmee het ongewenste gedrag oefent.

Van het derde element leert je hond het meest: onderwijzen. Om te leren omgaan met de prikkels die hij eng of spannend vind, is het nodig dat hij ze goed leert (her)kennen, op een afstand dat hij er mee om kan gaan. Dus hij ziet de prikkel wel, maar voelt zich er niet bedreigd (of opgewonden) door en kan de keus maken om er rustig naar toe te gaan of zich er van af te wenden.

Dat gaat als volgt: Je hond neemt op grote afstand de prikkel waar. Je staat stil en geeft je hond de gelegenheid om te kijken, te luisteren en de lucht op te snuiven; informatie verzamelen over de prikkel. Vervolgens mag hij zelf besluiten om weer door te lopen of weg te lopen. Hierin heeft de hond, zeker in het begin, jouw begeleiding nodig. Wordt de afstand tot de prikkel te klein en wordt het daardoor te moeilijk, dan nodig je je hond uit, met lichaamstaal, om weg te lopen van de prikkel. En merk je dat de hond toch spanning begint op te bouwen, ook dan leid je hem weg van de prikkel.

Ook hierbij kun je handig gebruik maken van de omgeving; leid hem achter een heg, grote struik of auto.

Zelfstandig goede keuzes maken

Gaandeweg zal je hond zelfstandig(er) verstandige keuzes gaan maken en hoef je hem minder nadrukkelijk te begeleiden. Waarbij je oog hebt voor zijn behoeften en daarin zo veel mogelijk voorziet. De wandelingen met je hond zijn dan fijne momenten waarin je samen, in harmonie, geniet van de omgeving en elkaar.

Meer leren over omgaan met je reactieve hond?